De lente is begonnen, tijd om van garderobe te wisselen. Vorige week heb ik een paar nieuwe kledingstukken gekocht, waaronder een jurk, want die draag ik graag. Doe jij dat ook? Bij de wissel van het seizoen je gaderobe wat aanpassen?
Kleur
Hoe mooi dat alles wat bij mij past terug te koppelen is naar de wijn. Ik hou van jurken: ze staan me goed, benadrukken mijn sterke kanten. De buitenkant is belangrijk! Met een mooie jurk aan voel ik me zelf ook mooi.
Bij wijnen – ik zei al, ik kan alles terugkoppelen naar wijn – is het uiterlijk net zo belangrijk. ‘La robe du vin’, noemen de Fransen dat, wat betekent de jurk van de wijn. Maar waar staat dat dan voor? Hoe een jurk bij mij staat, de buitenkant, zo kan je ook de wijn beoordelen. En dat leer ik je o.a. bij de online wijnproeverijen. Het begint met de kleur van de wijn, want dat verwijst naar het uiterlijk van de wijn. Je ogen zijn de eerste zintuigen die ontwaken bij het proeven van een wijn. De kleur van de wijn zegt iets over het druivenras. De druif pinot noir bijvoorbeeld heeft weinig pigment, dus deze wijn heeft nooit veel kleur. Terwijl het Portugese druivenras touriga nacional juist een hele dikke schil heeft en voor veel kleur zorgt in de wijn.
Wat onthult de jurk?
Aan de hand van de kleur kan je dus al bepalen wat het druivenras zou kunnen zijn, maar ook de leeftijd van de wijn is aan de hand hiervan te beoordelen. Als een wijn ouder wordt, gaat de kleur veranderen. Voor witte wijn gaat het naar een gelere/bruine kleur, bij rode wijn wat meer naar bruinrood. Verder kan de kleur van de wijn ook iets zeggen of de wijn op houten vaten gerijpt is of niet. Voor witte wijn is dat heel duidelijk te zien, dan krijgt de wijn echt een diepgele kleur. Bij rode wijn is dat wat lastiger te zien, maar kan je dat wel heel goed ruiken.
Je tweede zintuig
Van de kleur van de wijn gaan we bij het wijnproeven (eigenlijk dus: wijn beoordelen) over naar de geur van de wijn. Daar is ook heel veel over te vertellen. Elke druif heeft namelijk zijn eigen kenmerken, die tot uiting komen door de rijping van de druif. Ruik jij in een wijn citrus, grapefruit of bijvoorbeeld groene appel, dan heeft dat te maken met het druivenras. Dat noem je ook wel de primaire aroma’s van de druif. De secondaire aroma’s ontstaan tijdens het gistingsproces (er zijn heel veel verschillende soorten gisten, die dus voor heel veel verschillende geuren kunnen zorgen). En de tertiaire aroma’s ontstaan wanneer een wijn op houten vaten wordt gerijpt en kan in de fles ontstaan na lange tijd van rijping. Wist je dat je smaak voor 90% bepaald wordt door de geur van de wijn? Dus hoe lekkerder de geur van de wijn, hoe groter de kans is dat je de wijn ook daadwerkelijk lekker vindt smaken.
De dikte van de jurk
Je ziet wel eens dat de wijn in je glas blijft ‘hangen’. Dat noemen we de tranen in het glas oftewel de viscositeit of de dikte van de ‘jurk’. Dit betekent dat de wijn rijk is aan glycerol/alcohol. Deze romigheid komt door de rijpheid van de druiven en vaak een hoog alcoholpercentage. Als een druif heel rijp is bevat het veel suikers die tijdens het vergistingsproces worden omgezet in alcohol. Dus hoe dikker de tranen, hoe hoger het alcoholpercentage is in de wijn.
Ik ga nu weer jurken dragen die een wat dunnere viscositeit hebben dan in de winter en dat geldt ook voor de wijnen die ik drink in deze tijd van het jaar. Heerlijke frisse zomerwijnen met een iets lager alcoholpercentage, zoals bijvoorbeeld de Armin Huber gruner veltliner. En jij, welke ‘robe’ trek jij de komende tijd aan?